webmail

Lidewijde Paris verguld met eerbetoon – Jan van Luxemburg

Lidewijde Paris verguld met eerbetoon

Lidewijde Paris hield een bevlogen pleidooi voor het leesplezier, nadat zij 2 oktober 2022 de Jan van Luxemburg Prijs 2021 in ontvangst had genomen. Ze noemde die ‘belangrijker dan de Libris Literatuur Prijs, want als er geen leesplezier is houdt het op’. 

De uitreiking vond plaats bij Linnaeus Boekhandel te Amsterdam. Namens JvLP-voorzitter Madeleine Kasten, die verhinderd was, sprak bestuurslid Maarten Meester Lidewijde Paris als volgt toe:

Lieve Lidewijde,

Het is mij een eer op deze herfstige zondagmiddag namens het Jan van Luxemburg Programma het woord tot jou te mogen richten, ook al kan ik dat wegens verplichtingen elders niet persoonlijk doen. Allereerst wil ik je gelukwensen met het winnen van de prijs die wij jaarlijks uitreiken aan een initiatief dat tot doel heeft leesplezier te verspreiden. Die prijs dankt haar naam aan Jan van Luxemburg, een literatuurwetenschapper die vele jaren verbonden was aan de Universiteit van Amsterdam. Ons bestuur telt maar liefst drie leden die nog les van hem hebben gehad, waaronder ik zelf. Als geen ander wist Jan zijn studenten enthousiast te maken voor het lezen van mooie boeken. Altijd gul met zijn tijd en aandacht was hij de drijvende kracht achter een leesclub die meer dan twintig jaar heeft bestaan, tot zijn overlijden in 2012. Al wie er zoals wij voor kortere of langere tijd deel van uitmaakte, bewaart warme herinneringen aan de bijeenkomsten van dat gezelschap, dat zich op zwoele zomeravonden in een tuin placht te nestelen en anders rond de haard met een goed glas wijn. Vaak vertilden wij ons aan zware filosofische teksten, maar zelfs dan ging het uiteindelijk over literatuur. Soms namen we ook gedichten mee die we aan elkaar voordroegen. 

Toen Jan tien jaar geleden stierf nam zijn collega John Neubauer, ook werkzaam aan de UvA, het initiatief om Jan te eren met het instellen van deze naar hem genoemde prijs. Onder de winnaars van vorige edities bevinden zich vogels van zeer diverse pluimage, zoals de Penitentiaire Inrichting Alphen aan de Rijn, waar gedetineerde vaders hun kinderen thuis met behulp van video’s voorlezen, en de Culturele Apotheek, die boeken op recept verstrekt. In jou hebben we een waardige opvolger gevonden voor die prachtprojecten. Ook jij houdt je immers al een leven lang bezig met je grote passie voor literatuur – aanvankelijk als redacteur en uitgever, en sinds 2016 met de door jou opgerichte Lees!Ambassade. Onder die vlag organiseer je leesworkshops voor de meest uiteenlopende doelgroepen – nooit belerend of elitair, maar wél met een missie. Daarnaast schreef je drie aanstekelijke boeken waarin je je publiek handreikingen doet om méér uit de eigen leeservaring te halen. Want iedereen heeft een poëtica, zo houd je je lezers voor, of we ons daar nu van bewust zijn of niet. Maar pas wanneer we die ervaring onder woorden leren brengen, kunnen we haar delen en zo toetsen aan de ervaringen van anderen, waardoor we weer nieuwe dingen ontdekken. Ik citeer uit de algemene aanbevelingen waarmee je je boek Hoe lees ik? besluit:

Als je vrienden of familie te eten hebt: lees een favoriete passage voor uit een roman. Vertel waarom je het voorleest. Maak hier een traditie van: bij een etentje leest de gastheer of -vrouw een fragment voor (266).

Of neem deze tip:

Een leesclub heb je al met zijn tweeën! Je kunt per boek een andere leespartner kiezen. Eens in de zoveel tijd organiseer je een etentje of een borrel en nodig je jouw leespartner en enkele andere leeskoppels uit. Elk duo presenteert de roman die het heeft gelezen en vertelt de bevindingen. Een soort  Tupperwareavondje waarbij je elkaar over en weer op leesideeën brengt (266).

Lezen, zo laat jij in je boeken zien, is geen hobby voor excentriekelingen die zich bij voorkeur in een ivoren toren ophouden. Het tegendeel is waar: literatuur die ons raakt kan ons nader tot elkaar brengen en onze gesprekken een geestdrift verlenen waarvan de arme Tupperware-consulente met haar plastic parafernalia alleen maar kan dromen. 

Literatuur vermag ons op onverwachte en soms ongemakkelijke wijze te confronteren met zaken waar we in een informatieve tekst zoals een nieuwstweet of een krantenartikel al te gemakkelijk overheen lezen. Misschien mag ik een voorbeeld uit eigen ervaring citeren. Afgelopen week was er veel te doen over een voorstel voor een nieuwe transgenderwet. Dat voorstel houdt in dat jongvolwassenen vanaf zestien jaar voortaan hun geslacht in hun paspoort kunnen laten veranderen zonder dat daar een verklaring van een deskundige aan te pas hoeft te komen. Vanuit diverse hoeken van de samenleving (en niet alleen het orthodox-christelijke kamp, zoals te verwachten viel) werd bezwaar gemaakt tegen dit voorstel. Vanwaar dat brede protest, dat de indieners ervan vooraf niet hadden zien aankomen? 

Toevallig was ik net begonnen aan een roman van de Amerikaanse schrijfster Catherine Lacey met de titel Pew, een woord dat ‘kerkbank’ betekent. Het is de naam die een conservatieve dorpsgemeenschap geeft aan een jongere van onbekende herkomst die op zekere zondag tijdens de kerkdienst slapend in zo’n bank wordt aangetroffen. Hoe men ook probeert om deze vondeling informatie te ontlokken, Pew volhardt in een oorverdovend zwijgen. Wat de gemeenschap voor het grootste probleem stelt is dat niemand erin slaagt zekerheid te krijgen over het geslacht en de etnische afkomst van de nieuwkomer. Wat dit boek in mijn ogen zo meesterlijk maakt, is dat ook mij als lezer die kennis wordt onthouden, en dat terwijl het verhaal door Pew zelf wordt verteld. Ruim tweehonderd bladzijden deel ik Pews diepste gedachten zonder zelfs te weten of ik met een ‘hij’, een ‘zij’ of wie weet een ‘die’ van doen heb. Die vreemde leeservaring drukt mij met m’n neus op de neiging die ook ik heb om mensen in vaste en vertrouwde hokjes te willen plaatsen. Onze taal is wat dat betreft ongenadig; er mag geen twijfel bestaan over iemands grammaticaal geslacht. Maar tegelijkertijd laat het relaas van Pew me zien hoe willekeurig en beperkend zulke hokjes kunnen zijn waar het gaat om de duiding van dit complexe personage, dat me gaandeweg dierbaar wordt, en waarvan ik aan het slot met spijt afscheid neem. Met andere woorden: deze leeservaring heeft mij een verrassende inkijk gegeven in bepaalde vooroordelen waarvan ook ik niet vrij blijk te zijn – iets waarvan ik me voorheen niet bewust was. Dát is de kracht van literatuur: dat ze ons wereldbeeld kan schokken, doen kantelen, en hopelijk ook verruimen. En in die kracht wil jij je lezers als ambassadeur van het boek laten delen.

Lidewijde, het prijzengeld dat je toekomt heb je al eerder van ons ontvangen. Daarnaast stelt het Jan van Luxemburg Programma aan de winnaar traditioneel een bescheiden bedrag ter beschikking voor een promotie-activiteit. Een deel van het geld wil jij bestemmen voor de bouw van een website. Wij steunen dat  idee van harte; tenslotte kan geen zichzelf respecterende ambassade het tegenwoordig stellen zonder zo’n virtuele ontmoetingsplek. Met jou hopen we dan ook dat je leesmissie hiermee een nóg groter bereik zal vinden. 

Tot slot bieden we je als symbolisch blijk van onze waardering een zeefdruk aan. Zoals je zult zien bevat de lijst geen beeld maar een tekst: een fragment uit het proefschrift waarmee Jan van Luxemburg ooit zijn dokterstitel veroverde, fraai vormgegeven door grafisch ontwerper Siebe Bluijs. Het citaat gaat over een onderwerp dat Jan na aan het hart lag, en dat jij als geen ander weet uit te dragen: het plezier van de tekst. Alsjeblieft!

Madeleine Kasten