webmail

Gevangenen in Alphen maken een heus kinderboek – Jan van Luxemburg

Gevangenen in Alphen maken een heus kinderboek

Op 20 juni 2019 is de Jan van Luxemburg-prijs uitgereikt en verscheen een bijzonder kinderboek, gemaakt door gevangenen in Alphen. Het boek vloeit voort uit een ander bijzonder project, waarbij gedetineerden hun kind elke maand een dvd kunnen sturen met voorgelezen verhalen. Het voorlees-project won de Jan van Luxemburgprijs 2018. 

SPEECH BIJ DE UITREIKING VAN DE JAN VAN LUXEMBURG PRIJS 2018
AAN HET VOORLEESPROJECT PI ALPHEN A/D RIJN
20 juni 2019

Beste voorleesvaders, andere betrokkenen bij het voorleesproject dat vandaag in de schijnwerpers staat en genodigden die naar Alphen gekomen zijn om het feest samen met ons te vieren,

Namens het Jan van Luxemburg Programma heb ik als voorzitter de eer om hier vanmiddag een prijs uit te reiken. Om te beginnen wil ik jullie kort iets vertellen over de achtergrond van die prijs en onze motivatie om hem dit jaar aan het voorleesproject in de PI Alphen aan de Rijn toe te kennen. Daarna zal ik ingaan op het tastbare resultaat dat met behulp van de prijs en een groot aantal andere sponsoren is gerealiseerd: het voorleesboek dat de vaders met vereende krachten hebben geschreven en geïllustreerd, en dat vandaag tegelijk met de prijsuitreiking ten doop wordt gehouden.

Om te beginnen: wie is, of liever: wie was Jan van Luxemburg, de man naar wie de prijs is genoemd? Om meteen maar tot de essentie te komen: Jan was een leraar uit duizenden. Gedurende vele jaren was hij als universitair docent verbonden aan de opleiding Literatuurwetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Samen met Maarten Meester, ook hier aanwezig als mede-bestuurslid, heb ik begin jaren negentig nog les van hem gehad. Met die lessen van Jan was iets wonderlijks aan de hand. Waren ze afgelopen, dan had je altijd het idee dat de discussies die hij wist aan te zwengelen nog uren door hadden kunnen gaan. Tot één van ons een keer op het idee kwam om Jan daadwerkelijk om zo’n verlenging te vragen. Dat was het begin van een leesclub die ruim twintig jaar heeft bestaan, met Jan als scherpzinnig en stralend middelpunt. Hij bleef onze leraar, maar werd daarbij ook steeds meer een vriend. En dat is hij gebleven tot zijn plotselinge dood in 2012. Een oud-collega van hem, hoogleraar John Neubauer, lanceerde toen het plan om een fonds ter nagedachtenis aan Jan op te richten: het Jan van Luxemburg Programma. Jaarlijks zet dit fonds een initiatief in het zonnetje dat in de geest van Jan tot doel heeft om leesplezier te verspreiden. Voor de editie 2018 werden vijf kanshebbers genomineerd. Via onze website konden bezoekers hun steun betuigen voor elk van de initiatieven. Als winnaar, zowel bij het publiek als bij de jury, kwam het voorleesproject in de PI Alphen uit de bus.

Voorlezen is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Ten eerste stimuleert de kennismaking met mooie verhalen voor het slapen gaan kinderen om zelf te gaan lezen. Daarnaast leren kinderen tijdens het voorlezen ook heel veel nieuwe woorden, lang voordat het taalonderwijs op school begint. Zo herinner ik me uit mijn eigen jeugd dat mijn moeder me eens voorlas uit een boek over de spannende avonturen van de familie Muis. “Buiten lag een dik pak sneeuw”, las ze. Ze wees me op een tekening van een besneeuwd landschap, maar hoe ik ook zocht, ik kon geen pakje in de sneeuw vinden. Een soortgelijk misverstand deed zich voor toen mijn moeder vertelde dat de kat op de loer lag. Waar was de loer? Enfin, jullie begrijpen: mijn moeder had een hoop uit te leggen. En juist die interactie maakt voorlezen zo waardevol. Voor de taalontwikkeling, maar ook voor de verdieping van de band tussen ouders en kinderen. Samen stapten mijn moeder en ik elke avond een nieuwe verhaalwereld binnen, en in die onbekende wereld was mijn moeder de gids die me bij de hand nam en die wonderen zoals de loer en het pak sneeuw wist te duiden.

Een kind dat voor kortere of langere tijd een ouder mist, moet het stellen zonder die gids, die met je meeleeft en meegriezelt maar die je uiteindelijk altijd weer veilig naar de uitgang weet te loodsen. En juist op dat punt komt het voorleesproject in beeld. Een vader die in de gevangenis zit, leeft gescheiden van zijn kind. Maar dankzij de mogelijkheid om via de video contact te maken met dat kind kan hij een brug slaan met thuis en betreedt hij de wereld van de verbeelding, waarin hij samen met zijn kind alsnog het avontuur tegemoet gaat. In die gedeelde fantasiewereld zijn ze bij elkaar, al is het maar voor even, en die momenten zal het kind levenslang blijven koesteren.

Maar de vaders die hier vandaag aanwezig zijn, gingen verder. Een deel van het prijzengeld van het Jan van Luxemburg Programma is volgens de statuten bestemd voor een promotie-activiteit ten bate van het project. En dit is het idee waarmee de vaders kwamen: ze wilden samen een voorleesboek maken met eigen verhalen, tekeningen, en persoonlijke boodschappen voor hun kinderen. Dat boek wordt hier vandaag ten doop gehouden.

In de verhalen komen vele stemmen aan het woord, maar de fantasie voert steevast de boventoon. Zo spelen de voetballers Messi en Ronaldo (hier Melli en Knaldo) samen in een gedroomd elftal dat in het echt nooit heeft bestaan. Een draak wordt door toedoen van zijn vriend de eend verlost van zijn watervrees, en een a-muzikale kat ontpopt zich tot een magische zanger met een spectaculaire regenboogvacht.

In veel verhalen vindt een kind zelfstandig de weg terug naar zijn ouders. Dat gebeurt letterlijk in de verhalen over Piraat Bart en Giraf Renzo, en in figuurlijke zin in het verhaal “Jimmy’s steentje”, waar het kind de harmonie in het gezin herstelt met een magisch gevonden voorwerp. Het verhaal “Lula gaat met Oma naar de markt” laat zien hoe een kind van gescheiden ouders door het voorlezen van een verhaaltje voor het slapen gaan toch bij vader en moeder tegelijk kan zijn: in dat verhaal speelt de maan namelijk een rol, en die schijnt voor iedereen.

De verhalen zijn doorgaans vrolijk van toon. Toch komt er gaandeweg een scala aan ‘zware’ onderwerpen voorbij: fobieën, sociale uitsluiting, de afwezigheid van ouders, en zelfs, zoals in het verhaal “Opgesloten”, fysieke opsluiting, hier in de wc van een restaurant. Maar tegelijkertijd krijgen de kinderen via de verhalen ook het zelfvertrouwen aangereikt om die problemen het hoofd te bieden. Zo is de kleine Charlotte voor haar bevrijding uit het toilet afhankelijk van haar opa. Maar terwijl ze in die benauwde ruimte opgesloten zit doodt ze de tijd door te fantaseren over een draakje dat in de closetpot woont. Net als in de gevangenis biedt de fantasie ook hier een manier om het fysieke isolement te doorstaan.

Behalve verhalen bevat het boek ook een aantal hartenkreten waarin het kind rechtstreeks wordt aangesproken. Die teksten getuigen van de kracht en troost van het geloof, dat net als de verbeelding in staat is barrières te slechten en de afstand met thuis te overbruggen.

Kortom: dit boek gaat ergens over. Daarmee sluit het aan bij een actuele tendens in de jeugdliteratuur: problemen worden niet ontkend maar gepresenteerd als de werkelijkheid waarmee een kind moet, maar ook kan leren omgaan. Om met de Engelse auteur G.K. Chesterton te spreken: “Fairy tales are more than true: not because they tell us that dragons exist, but because they tell us that dragons can be beaten”.

Aan de wieg van dit project stonden vele helpers: behalve het Jan van Luxemburg Programma meldde zich een groot aantal andere sponsoren. De vrijwilligers die al vele jaren de video-opnamen van het voorlezen maken, boden spontaan aan om de verhalen te typen. Maarten Meester zette zijn scherpe journalistieke oog in om de teksten op spelling en grammatica te controleren. Don Wijns van Frisse Wind, bureau voor visuele communicatie, leverde de expertise die nodig was om van de getypte verhalen uiteindelijk een echt boek te maken. Maar de onvermoeibare spil van het gezelschap was pastor Jan Lange, die ons steeds weer liet zien dat de wonderen de wereld nog lang niet uit zijn.

Dan wil ik nu overgaan tot de officiële prijsuitreiking. Mag ik daarvoor …. verzoeken naar voren te komen? Het prijzengeld is allang overgemaakt, maar bij een gelegenheid als deze hoort natuurlijk een cheque, al is het dan een symbolische. Maar ik heb nog iets meegebracht: een originele zeefdruk, in opdracht van het Jan van Luxemburg Programma vervaardigd door grafisch kunstenaar Siebe Bluijs. Het kunstwerk bevat een fraai vormgegeven fragment uit het proefschrift dat Jan van Luxemburg ooit schreef. Over de precieze strekking van dat fragment mogen jullie straks samen in debat gaan, maar ik geef hier vast een vrije vertaling: een literaire tekst doet méér dan alleen feitelijke informatie overbrengen. Dat ‘meer’ – jullie raden het al – is het plezier of, als je wilt, het wonder van de tekst, dat per definitie grensoverschrijdend is. Of het nu binnen of buiten de gevangenis is: ik wens jullie nog héél veel van dat tekstplezier toe!

Madeleine Kasten, voorzitter Jan van Luxemburg-fonds